Als gevolg van verschillende leveraandoeningen kan de functie van de lever zodanig tekort schieten dat een levertransplantatie noodzakelijk is. Bij een levertransplantatie wordt de zieke lever vervangen door een gezonde (donor)lever. Om in aanmerking te komen voor een transplantatie moet een patiënt verwezen worden naar een van de drie levertransplantatiecentra in Nederland. Daar vindt een uitgebreide screening voor de wachtlijst plaats. Aan de hand van strikt vastgestelde criteria wordt vastgesteld wie in aanmerking komt voor een transplantatie en wanneer. Dit is mede afhankelijk van de oorspronkelijke leveraandoening.
Wachtlijst
Op dit moment is er een tekort aan donorlevers. Voor mensen die een levertransplantatie moeten ondergaan bestaat er daarom een wachtlijst. Sinds 16 december 2006 wordt in Nederland gewerkt met de zogenaamde MELD – score. Deze score, waarin onder andere het bilirubinegehalte en de nierfunctie zijn verwerkt, geeft een getal waarmee het risico van overlijden wordt bepaald. In dit systeem wordt de plaats op de wachtlijst uitsluitend bepaald door de ernst van de ziekte en niet door de tijd die men reeds op de wachtlijst staat.
Levertransplantaties worden uitgevoerd in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam (EMC), het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Alleen in het UMCG vinden ook levertransplantaties bij kinderen plaats. In bijzondere situaties bestaat ook de mogelijkheid om in het buitenland getransplanteerd te worden, dit in nauw overleg met de behandelend arts en de verzekeraar. Nederland maakt deel uit van Eurotransplant. Deze door de overheid ingestelde stichting draagt zorg voor een goede verdeling van beschikbare donorlevers in een aantal landen in Europa. De meeste donorlevers zijn afkomstig van overledenen. Orgaandonatie vindt plaats onder strikte afspraken en protocollering.
Vormen van levertransplantatie
Er zijn verschillende soorten van levertransplantatie, zoals orthotope levertransplantatie, split-levertransplantatie, auxilaire transplantatie, levende donor levertransplantatie en dominotransplantatie.
Bij orthotope levertransplantatie (OLT) wordt de zieke lever in zijn geheel verwijderd en vervangen door een donorlever. Deze methode wordt het meest toegepast. Bij split-levertransplantatie wordt de donorlever in twee delen gesplitst. De grote rechter leverkwab kan aan een volwassene worden gegeven en de kleine linker leverkwab aan een kind. Omdat er maar weinig kinderlevers voor transplantatie beschikbaar zijn, wordt m.n. bij kinderen veel gebruik gemaakt van deze methode. Bij auxilaire transplantatie wordt de donorlever, of een deel daarvan, naast de eigen lever van de patiënt geplaatst. Dit gebeurt b.v. bij patiënten met een acuut leverfalen. De eigen lever krijgt op deze wijze de kans om te herstellen. Indien dit inderdaad gebeurt verschrompelt de donorlever of wordt deze verwijderd. Bij levende donor levertransplantatie wordt een deel van de lever van een levende donor getransplanteerd. De lever van de donor groeit binnen een paar maanden weer aan. Deze operatie wordt in Nederland op zeer beperkte schaal uitgevoerd. Vooral voor de donoren zijn er gezondheidsrisico’s aan verbonden. Er vindt een uitgebreide en zorgvuldige screening plaats van zowel donor als ontvanger. Bij zeer zeldzame ziekten, b.v. amyloide polyneuropathie, kan de patiënt een levertransplantatie nodig hebben om te zorgen dat de betreffende ziekte niet verergert. De lever van deze patiënten is wel geschikt om als donorlever voor een andere patiënt te dienen dit heet dominotransplantatie.
Screening
Na doorverwijzing van de patiënt vindt in het transplantatiecentrum een uitgebreide screening plaats. Behalve de leveraandoening worden bijvoorbeeld ook hart, longen en nieren onderzocht. Bij sommige aandoeningen kan er voorafgaande aan de transplantatie een behandeling nodig zijn, bij voorbeeld bij een levercelcarcinoom. Als de leverziekte is veroorzaakt door alcoholgebruik moet de patiënt minstens een half jaar alcoholvrij zijn en voldoende gemotiveerd zijn voor een transplantatie. Voor de beoordeling van een transplantatie speelt leeftijd geen doorslaggevende rol bij de beslissing.
Procedure
Als het besluit is genomen dat een patiënt voor een levertransplantatie in aanmerking komt betekent dit in de regel niet dat er gelijk geopereerd wordt. De wachttijd wordt uiteindelijk mede bepaald door het aanbod van donorlevers. Om het ziektebeloop in de gaten te houden vindt in de tijd tussen medische vooronderzoeken en de uiteindelijke transplantatie, regelmatig (bloed)onderzoek plaats. Mede aan de hand van deze uitslagen wordt de plaats op de wachtlijst bepaald en zonodig bijgesteld. Als er een geschikte donorlever beschikbaar komt wordt de patiënt opgeroepen om zo snel als mogelijk naar het transplantatiecentrum te komen. Indien de donorlever geschikt is, wordt de transplantatie in gang gezet. Tijdens de operatie wordt de zieke lever vervangen door een donorlever. Een levertransplantatie duurt gemiddeld 8-12 uur. Het kan zijn dat na de oproep van de patiënt de transplantatie toch niet doorgaat omdat bij voorbeeld de donorlever in slechtere conditie was dan gedacht.
Na de transplantatie
Meestal kan een patiënt na een paar dagen van de intensive care naar de gewone verpleegafdeling worden overgeplaatst. De eerste drie maanden na de transplantatie zijn de meest kritische in het genezingsproces. Afstotingsverschijnselen, infecties en bloedingen kunnen zich voordoen. De patiënt krijgt verschillende medicijnen om afstoting te voorkomen.
Deze medicijnen moeten levenslang worden gebruikt. Zoals alle medicijnen kunnen ook deze medicijnen bijwerkingen hebben. In het eerste jaar na een transplantatie vindt regelmatig controle plaats waarbij o.a. het medicijngebruik zonodig wordt aangepast. Na dit jaar is er meestal nog 1 x per jaar een uitgebreide controle nodig. Het heeft tijd nodig om de moeilijke en onzekere tijd vóór, tijdens en na een transplantatie te verwerken. Na verloop van tijd kunnen mensen die getransplanteerd zijn in de regel weer een normaal leven leiden.